1e Lezing: Handelingen 9, 26-31
26 In Jeruzalem aangekomen deed hij pogingen zich bij de leerlingen aan te sluiten, maar allen waren bang van hem, omdat zij niet konden geloven, dat hij een leerling was.
27 Barnabas trok zich zijn lot aan, bracht hem bij de apostelen en verhaalde hun, hoe hij onderweg de Heer gezien had en dat Deze tot hem had gesproken en hoe hij in Damascus vrijmoedig opgetreden was in de naam van Jezus.
28 Voortaan ging hij in Jeruzalem geregeld met hen om, terwijl hij onverschrokken optrad in de naam van de Heer.
29 Hij sprak en disputeerde met de Hellenisten. Deze probeerden hem te vermoorden.
30 Toen de broeders dit te weten kwamen, brachten zij hem weg naar Caesarea en lieten hem naar Tarsus vertrekken.
31 Nu genoot de Kerk in heel Judea, Galilea en Samaria vrede; zij werd steeds meer bevestigd in de vreze des Heren en nam gestadig in aantal toe door de vertroosting van de heilige Geest.
Psalm: 22
2e Lezing: 1 Johannes 3, 18-24
Evangelie: Johannes 15, 1-8 (Zondag Oosterse Kerken)
DE WARE WIJNSTOK
1 Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de wijnbouwer.
2 Elke rank aan Mij die geen vrucht draagt, snijdt Hij af; en elke rank die wel vrucht draagt zuivert Hij, opdat zij meer vrucht mag dragen.
3 Gij zijt al rein dankzij het woord dat Ik tot u gesproken heb.
4 Blijft in Mij, zoals Ik in u. Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, maar alleen als zij blijft aan de wijnstok, zo gij evenmin, als gij niet blijft in Mij.
5 Ik ben de wijnstok, gij de ranken. Wie in Mij blijft, zoals Ik in hem, die draagt veel vrucht, want los van Mij kunt gij niets.
6 Als iemand niet in Mij blijft, wordt hij weggeworpen als de rank en verdort; men brengt ze bij elkaar, gooit ze in het vuur, en ze verbranden.
7 Als gij in Mij blijft en mijn woorden in u blijven, vraagt dan wat gij wilt en gij zult het krijgen.
8 Hierdoor wordt mijn Vader verheerlijkt, dat gij rijke vruchten draagt; zo zult gij mijn leerlingen zijn.