1e Lezing: Jesaja 60. 1-6
1 Sta op en schitter, want uw licht is gekomen, de glorie van Jahwe gaat over u op,
2 En zie, de duisternis bedekt de aarde en donkerte de volken, maar over u gaat Jahwe lichtend op, zijn glorie verschijnt over u.
3 En volkeren komen naar uw licht, koningen naar de glans van uw dageraad.
4 Sla uw ogen op en zie om u heen, allen verzamelen zich en komen naar u toe: uw zonen komen aan uit de verte, uw dochters worden op de heup aangedragen.
5 Gij zult het zien en stralen van vreugde, uw hart zal trillen en zwellen: de schatten der zee worden naar u gebracht, de rijkdom der volken komt naar u toe.
6 Een vloed van kamelen zal u bedekken, dromedarissen van Midjan en Efa; alle bewoners komen uit Seba, met goud en wierook beladen; zij verkondigen de lof van Jahwe.
Psalm: 72
1 Van Salomo. God, vertrouw de koning uw recht toe, hem de vorst uw gerechtigheid:
2 dat uw volk rechtvaardig hij richte, uw verdrukten voorsta naar recht;
3 dan dragen de bergen vrede, de heuvelen, stralend, het recht.
4 Hij komt op voor de armsten des volks en behoudt de kinderen der schamelen. Hij zal hun verdrukker vertreden.
5 Hij zal duren als de duur van de zon, gelijk de maan, eeuwen na eeuwen,
6 Hij – als regen die daalt op het gras, zware regenval, drenkend de aarde.
7 De gerechtigheid breekt door in zijn dagen, de vrede komt tot vervulling: totdat geen maan er meer is.
8 Heersen zal hij van zee tot zee, van de Stroom tot de einden der aarde; 9voor hem buigt zich het volk der woestijn, zijn vijanden lekken het stof.
10 De vorsten van Tarsis, het kustland, zij komen geschenken hem brengen, de koningen van Sjeba en Seba, zij dragen hun schatting hem aan:
11 alle heersers brengen hem hulde, alle volken zijn hem onderhorig.
12 Redt hij niet de nooddruftige die jammert, de arme van helper verstoken?
13 met wie weerloos gebrek lijdt in deernis bewaart hij het leven der schamelen,
14 ontheft hen van druk en geweld: hun bloed – in zijn oog is het kostbaar.
15 Hij leve – Sjeba’s goud zij zijn deel, immer gaat voor hem het gebed op; men zegent hem, telken dage.
16 Er zij weelde van graan in het land, het neigt langs de kam van de bergen; op de Libanon glanze zijn oogst, gekiemd als het gras op de velden.
17 En in eeuwigheid blijve zijn naam, worde voortgeplant zolang de zon staat; tot een zegenspreuk moge hij zijn: want geen volk of het prijst hem gelukkig.
18 Geloofd zij God de Heer, de God van Israël, die wonderen doet, Hij alleen.
19 Geloofd zij voor eeuwig zijn heerlijke naam: moge zijn heerlijkheid heel de aarde vervullen. Amen, ja amen.
20 Hier eindigen de gebeden van David, de zoon van Isai.
2e Lezing: Efesiërs 3, 2-3a. 5-6
2 Gij hebt toch vernomen hoe de genade Gods die mij met het oog op u gegeven is, zich heeft verwerkelijkt:
3 dat mij door openbaring de kennis van het geheim is meegedeeld zoals ik het reeds in het kort heb beschreven.
5 Nooit is het onder vroegere geslachten aan de kinderen der mensen bekend gemaakt, zoals het nu door de Geest is geopenbaard aan zijn heilige apostelen en profeten:
6 dat de heidenen in Christus Jezus medeërfgenamen zijn, medeleden en mededeelgenoten van de belofte door middel van het evangelie.
Evangelie: Matteüs 1, 2-12
1.Abraham was de vader van Isaak,
2 Isaak van Jakob, Jakob van Juda en zijn broers;
3 Juda was de vader van Peres en Zerach, die uit Tamar geboren werden; Peres was de vader van Chesron, Chesron van Aram,
4 Aram van Amminádab, Amminádab van Nachson, Nachson van Salmon,
5 Salmon van Boaz, die uit Rachab geboren werd; Boaz was de vader van Obed, geboren uit Ruth; Obed was de vader van Isaï en Isaï van David, de koning.
6 David was de vader van Salomo, die geboren werd uit de vrouw van Uría;
7 Salomo was de vader van Rechabeam, Rechabeam van Abia, Abia van Asa,
8 Asa van Josafat, Josafat van Joram, Joram van Uzzia,
9 Uzzia van Jotam, Jotam van Achaz, Achaz van Hizkia,
10 Hizkia van Manasse, Manasse van Amon, Amon van Josia,
11 Josia van Jechonja en zijn broers in de tijd van de Babylonische ballingschap.
12 Na de Babylonische ballingschap werd Jechonja de vader van Seáltiël, Seáltiël van Zerubbabel.